door Ides Codde

Zondag ll. begeven we ons richting Belsele, deelgemeente van Sint-Niklaas gelegen in het groenrijk hart van het Waasland. Vanuit de stedelijke gemengde basisschool nemen we er deel aan de 27ste Kersttocht , een organisatie van de Reynaertstappers.

Eertijds lag er tussen de huidige gemeente Belsele en Waasmunster een diepe kuil, waarin rovers nestelden en de gans omtrek onveilig maakten. Omdat geen enkele reiziger hun zou kunnen ontsnappen, hadden ze van de kuil tot aan de overkant van de weg een zeel gespannen en hieraan een bel vastgehecht. Wanneer iemand voorbij kwam en tegen het zeel schopte dat tegen de grond gespannen was , rinkelde op hetzelfde ogenblik de bel. De rovers kwamen tevoorschijn om hun slachtoffer van kop tot teen uit te schudden.  ’t Volk noemde deze onveilige plaats ‘ het belzeel ‘ of te wel ‘ Het Belzele ‘ , later Belsele.

 

Meteen een leuke anekdote om deze kersttochten aan te vatten. Het gaat ogenblikkelijk een klein bospark in nauw aanleunend tegen het pittoreske dorpsplein met authentieke dorpspomp en het 12de eeuws Sint-Andreas en Ghislenuskerk.  De wassende vrouwen aan de pomp is van een plaatselijke kunstenares , 1.65 meter hoog en stelt 2 wassende vrouwen en spelend kind voor.  Naast het lieflijke kerkje treffen we de Klokkenlapper , een beeld die verwijst naar de spotnaam van de inwoners uit Belsele.

 

Alvast een leuke en kleine omzwerving door het centrum , die ons verder de richting uitstuurt van een spoorwegberm en de Cauterwegel.  Cauter laat het zich al raden , een slingerend pad tussen akkers en weiden dus dwars door het land van Reynaert en Canteclaer.   Het geheel laat ons uitmondden nabij een rustige bosdoorsteek en de boskapel , alhier in de volksmond het kapelleke van de Bezehoek genaamd.  In de streek is het een veelbezocht bedevaartsoord , oorspronkelijk was het een kleine stenen kapel gericht naar het noorden en haaks op de wegel , plaats biedend aan zeven personen.  Merkwaardig is dat tijdens de Eerste wereldoorlog de inwoners van Sinaai , Belsele en het gehucht Puivelde er alle dagen kwamen bidden voor de jongens aan het Ijzerfront.  Zeven mensen hebben zelfs geen enkele dag van de oorlog op het appel ontbroken .

 

Langs de Belselewegel een smal pad tussen de braakliggende akkers en weiden trekken we richting Sinaai.  Hier kan je met wat geluk nog een dartele eekhoorn ( Rosseel in het Reynaertverhaal) zien wegspringen.  Uiteindelijk zet een geplaveid pad langs een sportcomplex ons af in het centrum van Sinaai. Waarna we in de schaduw van de Sint-Catharina kerk een eerste maal mogen rusten in de parochiezaal. Na de controle gaat het verder door wat bebouwing naar een villawijk grotendeels over rustige asfaltwegen.  Niks bijzonders tot de bonkinge kasseiweg van de Aartdreef ons meetroont langs de Boudelo wandelroute.  Een wandelroute genaamd naarde monnikengemeenschap van Boudelo die zich alhier omstreeks 1197 kwam vestigen. Zij verdeelden hun tijd tussen gebed en handenarbeid en ontpopten zich als meesters in het droogleggen van moerassen, het rooien van bossen, het irrigeren, vruchtbaar maken en bebouwen van akkerland.

 

De fondatie van Boudelo is dan ook een toonvoorbeeld en één van de laatste stiltegebieden van de provincie Oos-Vlaanderen. Een prachtig stuk natuur slingerend langs talrijke aardepaden dwars door het domein is nu echt ons ding.  Op sommige plaatsen liggen de paden erg drassig , het kan ons niet deren … we genieten volop van de dreven, de graslanden en weilanden die een ganse tijd onze medegezellen vormen. Er klopt weliswaar iets niet met de afstand , normaal hadden we slechts 4.9 km tussen beide rustposten af te leggen. Inmiddels zijn we reeds ruim een uur op stap, als we de Sint-Catharina kerk van Sinaai andermaal zien opduiken.  We trekken het ons niet aan , de Canteclaerroute die we nu volgen is te mooi om zich eraan te ergeren.  Uiteindelijk bereiken we terug de rust in Sinaai , in de zaal komen we te weten dat enkele engerds pijlen hebben verdraaid en we maar liefst een lus van 9km stapten.   We hadden ons voorgesteld slechts de 18km te lopen ,  dik misrekend dus het zullen er 25 gaan worden.

 

Een cola brengt terug de suikers op pijl , waarna we opnieuw dezelfde woonwijk intrekken als deze morgen.  Het kwaad was hier geschied , deze morgen stond de pijl nog rechtdoor !  Enfin, we toeren wat rond de wijk en verder langs goed begaanbare veldwegen ingekleurd met talrijke bedehuisjes in de richting van Puivelde voor een laatste rust nabij de neogotische Sint-Jobkerk.  Resten nog 5.9 km , aanvankelijk door het centrum van het gehucht , wat later langs de Weduwe Voswegel, ja het verhaal van Reynaert en Canteclaer is er nooit veraf.  Ook hier staat ons een prachtige bosomloop te wachten lopend langs kronkelende onverhardjes , langs tal van beekjes , tussen veld en kouter.  Tenslotte zorgt de Gouden Leeuwstraat voor afwisseling , als we kuierend neerkijken op enkele kasten van villa’s.   Het open landschap van de Kuildam is onze laatste wapenfeit , alvorens deze prachtige Kersttocht doorweven van natuur en groengebied afsluiten.    Het werden dan misschien wel wat meer kilometers dan voorzien , maar we hadden er volop van genoten …  van de lekkere Wase braadworst achteraf ook trouwens .

Geniet mee van enkele sfeerbeelden :

fotoreportage ( Ides Codde )

fotoreportage ( Marc Lauwaert )